AAI Centrum de Klimop


KANS-training

Sinds 2010 draait A.A.I. centrum De Klimop mee in de ASFA-sport trainingen van het ROC West Brabant.
Naar aanleiding van de fantastische resultaten van dit concept, hebben wij een KANS-training ontwikkeld voor zorgleerlingen van het middelbaar onderwijs.
Het doel van deze training is dat de leerlingen

worden. Met deze training willen we de leerlingen de KANS om bieden om zichzelf verder te ontwikkelen door zich bewust te worden van hun kwaliteiten en eerdere successen.


Samenwerken en afstemmen op elkaar en het paard

Opzet

In de KANS-training spelen paarden en honden een cruciale rol. Wij hebben zeer bewust voor de inzet van deze dieren gekozen tijdens de training, omdat de communicatie die met de dieren plaatsvindt een grote impact heeft op het ervarend leren tijdens de training. De leerlingen wordt steeds gevraagd te reflecteren op wat zij zelf denken wat het dier hen te zeggen heeft. Deze reflecties vormen de basis en de motivatie voor het veranderen van gedrag en het behalen an het doel.
De KANS-training bestaat uit 10 sessies voor groepen van maximaal 6 leerlingen. In 5 sessies spelen de paarden een rol, in de andere vijf de honden.

Motivatie voor de inzet van dieren

Onze KANS-training met dieren heeft een preventieve werking. Kinderen die dreigen voorgoed uit het onderwijs te vallen, met alle maatschappelijke gevolgen van dien, kunnen dankzij ervarend leren met hulp van dieren weer in een studieritme komen of sociaal-emotioneel beter functioneren in het onderwijs. Dieren, en met name paarden, blijken een positieve werking te hebben op het leervermogen. Dat verhoogt de motivatie!

Wetenschappelijk bewijs

De laatste jaren wordt wereldwijd steeds meer onderzoek verricht naar de effecten van het gebruik van dieren in hulpverleningsprocessen. Reeds in 1962 ontdekte Boris Levinson dat honden kunnen dienen als katalysator, motivator en stimulator. Nu, ruim 50 jaar later, weten we uit onderzoek dat niet alleen honden, maar ook andere dieren de hulpverlenende omgeving verrijken, door deze op emotioneel en fysiek gebied beter toegankelijk te maken voor cliënten (Fine, 2006). Een belangrijke factor hierbij is dat een dier een hulpverlener uitstekend kan assisteren bij het laten voelen aan het kind dat het onvoorwaardelijk geaccepteerd wordt.
Ook kan het dier helpen demonstreren dat het kind de moeite waard is om geliefd te zijn. De aanwezigheid van een dier tijdens een hulpverleningssituatie kan het kind ook helpen vertrouwen te hebben in anderen en in zichzelf. Als gevolg van weinig successen in hun leven kunnen sommige kinderen zich incompetent voelen, en dit uiten in agressie naar anderen of door problemen te internaliseren. Een hulpverlener kan in dergelijke situaties een dier inzetten om het kind zijn eigen waarde te laten inzien.
Uit onderzoek is bovendien gebleken dat (huis)dieren een grote bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en sociale vaardigheden, alsmede het ontwikkelen van empathie. Voor adolescenten gelden dezelfde voordelige aspecten aan het gebruik van dieren in hulpverleningssettings als voor jongere kinderen; de aanwezigheid van een dier kan ervoor zorgen dat de adolescent zich meer op zijn of haar gemak voelt tijdens de sessie en zich eerder open opstelt voor de hulpverlener. Dieren een belangrijke bijdrage kunnen leveren op het gebied van emotionele steun.
De wetenschappelijke grondslag voor bovenstaande effecten ligt in de volgende bewezen fysiologische effecten:


Krachtiger, Assertiever, Nieuwgieriger en Socialer!


Aan de hand van bovenstaande bewezen effecten hebben wij geconcludeerd dat paarden en honden een goede bijdrage kunnen leveren aan de KANS-training door middel van de zowel fysiologische reacties als fysieke gedragingen die zij kunnen opwekken. Daarnaast kunnen de paarden en de honden functioneren als sociaal bemiddelaar, hechtingsfiguur, overgangsobject en kunnen ze sociale behoeften vervullen. Kortom: wij zien het als een prachtige KANS om zorgleerlingen te helpen met de hulp van dieren!